Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Geeft voor ulieden drie mannen van elken stam, dat ik ze heenzende, en zij zich opmaken, en het land doorwandelen, en [2]beschrijven hetzelve [3]naar [4]hun erven, en [weder] tot mij komen. 2. Dat is, dat zij het ergens op aftekenen in manier van een tafel, of landbeschrijving of kaart, waarin al de gelegenheid des lands uitgedrukt wordt, welke nog te delen overblijft. 3. Hebreeuws, naar den mond hunner erven. 4. Te weten, der stammen.